Informatie

Ga óók productief aan de slag met een BMO Automatisering voor uw CNC machine! Heeft u een vraag, wilt u vrijblijvend advies? Of wilt u een demo ervaren? Bel naar +31 (0)495 729 640 of vul dan onderstaand uw gegevens in, en één van onze specialisten neemt spoedig contact met op!

    BMO-cel belaadt mix van enkelstuks en series JMBA

    Machinefabriek JMBA laat één robot twee machines beladen. Hierbij kunnen drie opspanmethoden door elkaar worden gebruikt: ofwel plaatst de robot de pallet met opgespannen werkstuk in de machine; of de robot zet het werkstuk in de klem op de tafel of er wordt met vacuüm spantechniek gewerkt.

    Integratie BMO- en machinebesturing gaf doorslag

    Anderhalf jaar geleden heeft Jan Meeuws ondanks de crisis een machinefabriek overgenomen. “Een bedrijf met één medewerker en enkele oude machines”, zegt de metaalondernemer uit het Brabantse Someren. Nu werken bij Machinefabriek JMBA 15 man, staat er een modern machinepark en is een maand geleden samen met BMO Automation een bijzondere vorm van automatisering gerealiseerd.

    Flexibel kleine series
    JMBA-1

    Jan Meeuws wil niet alleen flexibel automatiseren, zodat hij series van 5 stuks op een efficiënte manier onbemand kan frezen. Hij wil ook vrijheid hebben in de keuze van opspannen. “Ik wil seriewerk hebben om de nachtelijke uren te vullen, maar de robot moet ook vijf of tien stuks efficiënt kunnen handlen zonder ingewikkeld programmeerwerk.” Dat is de clou van de oplossing die JMBA nu samen met BMO Automation heeft gerealiseerd. In het magazijn van de BMO Ti 150 robotcel is ruimte voor 320 producten in de rasterladen van de cel, die verschillende afmetingen mogen hebben. Daarnaast zijn er 40 palletplaatsen beschikbaar. De Yaskawa-robot (160 kilo handlinggewicht), die automatisch de grijper wisselt, kan deze pallets met opgespannen werkstukken in en uit de machine nemen.

    Nulpuntspansysteem

    Op de machine is een nulpuntspansysteem van Schunk geplaatst, voorzien van een 5-voudige mediumdoorvoer. Jan Meeuws: “Als de robot de pallet opzet, blaast het systeem lucht zodat er geen vuil in het nulpunt spansysteem kan komen. Het open en dicht gaan van de klem wordt met lucht bediend en het systeem test eveneens met lucht of de klem dicht of open is voordat de machine start.” Omdat de klem 3 tot 4 mm open kan, kunnen verschillende producten binnen deze tolerantie op het systeem geklemd worden. De robot kan eventueel een andere klem plaatsen, zodat men niet gebonden is aan één afmeting.

    Vacuümspannen

    JMBA-2De cel bevat nog een derde opspanmogelijkheid: de robot kan met een verwisselbare vacuümgrijper een plaat van 420 bij 420 mm pakken en die opspannen op het vacuüm opspansysteem dat in de machine is geïntegreerd. Doorgaans gaat het hier om kunststof of aluminium platen, die Machinefabriek JMBA in willekeurige volgorde met andere materialen op de machine verwerkt. Jan Meeuws: “De grijper is de beperkende factor bij dit soort systemen. Tot een werkstukgewicht van 15 kilo kan de robotgrijper de werkstukken handlen, daarboven glijden ze er vanaf. Daarom wilde ik ook de mogelijkheid van de pallets.” Hierdoor kunnen nu alle soorten en afmetingen door elkaar worden bewerkt, zonder dat ook de lichtere werkstukken op een pallet opgespannen moeten worden.

    CAM-programmeren

    Om de nauwkeurigheid te garanderen bij de producten die de robot in de klem op de tafel plaatst, zijn de beide freesmachines voorzien van een lasermeetsysteem. De robotcel staat overigens tussen een DMC 63 V (DMG Mori Seiki) en een Hartford Pro 1000 in en be- en ontlaadt beide machines. Programmeren van de machines gebeurt met Hypermill. De beide machines hebben een Heidenhainbesturing. “De keuze voor BMO is de integratie van de robotbesturing met de machinebesturing”, legt Jan Meeuws uit. “Iedereen denkt dat een robotprogrammeren moeilijk is, maar niet met BMO. Binnen vijf minuten is de robot voor een product geprogrammeerd.”

    Werk terughalen uit lage lonen landen

    Dat is precies wat Jan Meeuws voor ogen had toen hij anderhalf jaar geleden na vijf jaar afwezigheid weer in de metaalindustrie stapte. Voor de crisis had hij een high end geautomatiseerd metaalbedrijf met 90 medewerkers, dat hij in april 2008 heeft verkocht. “Nu zijn de prijzen heel anders. Alles staat onder druk.” De Nederlandse fijnmechanische verspaning verliest in zijn ogen teveel tijd met instellen overdag. Daarom heeft hij een tweede CAM-station in gebruik genomen, want daar moet het gebeuren; de machines moeten spindeluren maken.

    “Dankzij deze automatisering kan ik werk dat we vroeger zijn kwijt geraakt aan lage lonen landen, nu aanbieden tegen concurrerende prijzen.”

    Meeuws merkt namelijk dat dit werk stilaan terugkomt omdat het blijkbaar lastig is voor bedrijven in lage lonen landen constante kwaliteit te leveren. Met de flexibiliteit van de MO Ti 150 robotcel kan hij die constante kwaliteit wel flexibel leveren in kleine aantallen.